v./m. (-en), de meetkundige plaats van alle opeenvolgende aanrakingsof ingrijpingspunten van twee samenwerkende tandprofielen.
(e) In de techniek past men slechts twee vormen van de vele mogelijke ingrijplijnen toe. De rechte ingrijplijn ontstaat als twee evolvente tandvormen over elkaar afrollen. De hoek die de ingrijplijn maakt met de loodlijn op de verbindingslijn van de middelpunten van de samenwerkende tandwielen, wordt drukhoek a genoemd, omdat bij het ingrijpen van evolvente tandflanken hun onderlinge drukkracht steeds volgens de ingrijplijn en drukhoek a gericht is. Een cirkelvormige ingrijplijn ontstaat, wanneer twee cycloïdaal (als een cycloïde) gevormde tandflanken over elkaar bewegen. Cycloïdale tanden worden nog toegepast in de uurwerkindustrie.