[→Lat. in, zonder, baculus, stok als steun], v., de middelste in graad van ernst van de drie vormen van oligofrenie.
(e) Van imbeciliteit spreekt men wanneer een intelligentiequotiënt (→intelligentietest) tussen de 25 50 wordt gemeten. Bij een imbeciel zullen veelal de intellectuele functies niet verder komen dan die van een kind van 7 jaar.