instrument waarmee de dichtheid van vaste stoffen en vloeistoffen kan worden bepaald. Tot dit doel kan een gewone balans gebruikt worden, die voorzien moet zijn van een inrichting om het juk lager of hoger te schuiven, waardoor een onder een van de schalen opgehangen lichaam al of niet in een vat met vloeistof kan worden ondergedompeld.
De werking steunt op het feit dat een lichaam, ondergedompeld in een vloeistof, door opwaartse druk een schijnbaar gewichtsverlies ondergaat gelijk aan het gewicht van de door het lichaam verplaatste vloeistof (➝Archimedes, wet van). Om de dichtheid van een vast lichaam te bepalen wordt het lichaam onderaan de schaal opgehangen en in lucht gewogen: gewicht P1. Vervolgens wordt het lichaam gewogen nadat het is ondergedompeld in water: gewicht P2. Voor het bepalen van de dichtheid van een vloeistof wordt het lichaam ook nog gewogen nadat het is ondergedompeld in de te onderzoeken vloeistof: gewicht P3. De dichtheid van deze vloeistof kan dan berekend worden uit de formule (P1 P3) : (P1 P2). De voorgaande methode kan tot één weging herleid worden met de balans van Mohr. ➝Mohr, balans van.
