(ook: Bahutu), Bantoebevolking van Rwanda en Boeroendi, in beide landen 85 % van de bevolking uitmakend (1971: 6 mln.). Zij vestigden zich in de eerste eeuwen n.C. in dit gebied.
Vanaf de 16e eeuw drongen de veehoudende Tutsi het gebied binnen en brachten de landbouw uitoefenende Hutu in een positie van horigheid: om beschermd te zijn tegen willekeur van andere Tutsi moesten Hutu een Tutsi als beschermheer nemen, voor wie ze dan allerlei werk moesten verrichten. Sinds de introductie van westerse instituties als verkiezingen hebben zich enkele bloedige conflicten voorgedaan tussen Hutu en Tutsi: in Rwanda werden tussen 1955-58 verscheidene Hutuleiders door Tutsi vermoord, waarop tussen 1959—62 duizenden Tutsi door Hutu werden vermoord, met een grote uittocht van Tutsi tot gevolg. Hutuleiders riepen in 1959 de republiek uit en bleven met Belg. steun aan de macht ondanks invalspogingen van gevluchte Tutsi in 1962—63 vanuit Boeroendi, wederom gevolgd door het vermoorden van Tutsi door Hutu. In Boeroendi behaalden de Hutu na verkiezingen in 1965 de meerderheid in het parlement, dat echter meteen uitgeschakeld werd. Na een mislukte coup van Hutu zijde (1965) en beschuldiging van plannen tot een tweede (1969) begonnen op 29.4.1972 duizenden Hutu en uit Zaïre uitgeweken Baemberebellen Tutsi af te slachten. Bij tegenacties van het leger en jeugdgroeperingen, gesteund door Zaïrese troepen en Tanzaniaanse wapenen munitiezendingen, werden ten minste 80000 Hutu, waaronder vrijwel de gehele intellectuele bovenlaag tot en met middelbare scholieren, vermoord. Naar schatting 150000 Hutu vluchtten naar Rwanda, Zaïre en Tanzania.