oorlog in Bohemen (1419-36), gevoerd door de Duitse keizer Sigismund tegen de opstandige hussieten. De oorlog brak uit toen bleek dat de meeste Tsjechen Sigismund, wegens diens aandeel in de executie van J.→Hus, niet wilden erkennen als koning van Bohemen.
Paus Martinus V verhief in 1420 Sigismunds strijd tegen de hussieten tot een kruistocht. De hussieten werden geleid door de lage adel en steunden voornamelijk op de boeren en de stedelijke volksklassen. Daar de antihussitische patriciërs en hoge geestelijken in het algemeen Duits waren, werd de Hussietenoorlog van Tsjechische zijde tevens een nationale oorlog. Het geïmproviseerde volksleger wist onder leiding van de zeer bekwame Jan →Žižka belangrijke successen te behalen. De hussitische strijdwagens en veldartillerie brachten zelfs een omwenteling teweeg in het toenmalige krijgswezen. De Hussietenoorlog, die eigenlijk tegen het gehele westen werd gevoerd, verliep voor de hussieten zeer gunstig: in 1420 werd het keizerlijke leger beslissend verslagen.
Daarna verlegden de hussieten de strijd naar Duitsland. Na Žižka’s dood kreeg de taboritische priester →Procopius de Grote de leiding. Nadat in 1431 de vijfde kruistocht tegen Bohemen mislukt was, werden onderhandelingen geopend. Sigismund werd in 1436 weliswaar als koning van Bohemen erkend, maar moest instemmen met aanzienlijke beperkingen van zijn macht.LITT. J.Maček, Die huss. revol. Bewegung (1958); Seibt, Hussitica (1965); H.Kaminsky, A hist. of the huss. revolution (1967).