Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hussiet

betekenis & definitie

m. (-en), volgeling van Jan Hus, voornamelijk in Bohemen en Moravië.

(e) De dood van Jan Hus op de brandstapel (1415) wekte veel verbittering: 452 edelen ondertekenden een protestbrief aan het Concilie van Konstanz. Toch was dit niet de rechtstreekse aanleiding tot de opstand van de hussieten, die in 1419 uitbrak. Hierin speelden ook waldenzer invloeden een rol en een zekere chiliastische extase. Ook kreeg de beweging bij de plattelandsbevolking een sociaal-revolutionair karakter. In 1420 werden alle hussieten het na veel moeite eens over de vier Praagse artikelen (lekenkelk, predikvrijheid, secularisatie van kerkelijke goederen, gerechtelijke bestraffing van doodzonden), maar de beweging was op leerstellig gebied nooit eensgezind: een gematigde groep van edelen en burgers uit Praag, de calixtijnen, waarbij zich in 1421 de aartsbisschop van Praag aansloot, wilde de eenheid met Rome bewaren, maar eiste de communie onder twee gedaanten, dus ook uit de kelk (Lat.: calix); een radicale vleugel, de taborieten (genoemd naar hun vesting, de stad Tabor in ZuidBohemen), wilde breken met de Rooms-Katholieke Kerk: zij erkenden alleen de H. Schrift als geloofsbron; daarnaast vormden zich nog verscheidene uiterst radicale groepjes.

Na een bul van paus Martinus V (1420) tegen de ketters in Bohemen, begon de openlijke opstand tegen de rooms-katholieken en de Duitsers (→Hussietenoorlog). Een kruistocht tegen de hussieten, door kardinaal Cesarini geleid, leed de nederlaag bij Taus (1431). Op het Concilie van Bazel (1437) werd een overeenkomst bereikt met de gematigde hussieten (Praagse Compactaten), die echter in 1462 door paus Pius II werd verworpen. De hussieten bleven tot de Reformatie (1517) voortbestaan; toen deze veld won, sloten de meesten zich aan bij het protestantisme, de overigen keerden terug tot de moederkerk.

LITT. R.Ričan, Das Reich Gottes in den böhm. Ländern (1957); F.Seibt, Hussitica (1965); J.Maček, Jean Hus et les traditions hussites, XVe—XIXe siècles (1973); R.Kalidova, Revolution und Ideologie der Hussitismus (1976).

< >