Ned. jurist, *3.3.1636 Dokkum, ♱8. 11.1694 Franeker. Huber studeerde te Franeker, Utrecht en Heidelberg.
Van 1657-65 was hij hoogleraar in de welsprekendheid en de geschiedenis te Franeker, daarna als opvolger van Wissenbach hoogleraar in de rechtsgeleerdheid. Van 1679-82 was hij raadsheer in het Hof van Friesland. Het Friese recht had zijn bijzondere belangstelling. Internationaal verwierf Huber bekendheid door zijn studies over het Romeinse recht en het internationale privaatrecht. Werken: De iure civitatis libri tres (1673), Heedendaegse rechtsgeleertheyt soo elders, als in Frieslandt gebruikelijk (1686).