eigenlijk: Merina, volk op de hoogvlakte van Malagasië. De Hova zijn afstammelingen van de eerste Aziatische immigranten, vooral uit Malakka.
De Hova hadden een standenmaatschappij: adel, burgers, vrije mensen en slaven. (De naam Hova had aanvankelijk alleen betrekking op de tweede stand). Het rijk bestond uit vele vorstendommen; pas onder Andrianampoinimerina (1787-1810) en zijn zoon Radama i (1810-28) kwam er één centraal bestuur. Het koningschap was erfelijk en er bestond een goed ontwikkelde politieke organisatie. Toen de Fransen in 1890 de macht overnamen, hadden de Hova meer dan de helft van het eiland onder controle. Bij de natte rijstbouw, de textielbewerking (→ikat) en de gouden zilverbewerking komt de Maleise oorsprong van de cultuur sterk naar voren. Ook de taal is van Maleise origine.
In de godsdienst is vooral de voorouderverering belangrijk. Vele Hova zijn overgegaan tot de islam of het christendom. In 1969 bedroeg hun aantal 1,6 mln.LITT. H.Deschamps, Hist. de Madagascar (1960).