Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

houtworm

betekenis & definitie

m. (-en), de larve van diverse keversoorten die in hout vreten.

(e) Enkele houtwormsoorten blijven slechts aan de oppervlakte, andere gaan dieper in het hout. Een aantal zeer schadelijke soorten behoort tot de familie klopkevers. De larven vreten zich in alle richtingen door het hout en kunnen grote schade aanrichten. De kevers brengen eigenaardige tikgeluiden voort, seksuele loktonen, door met de kop tegen het hout te slaan (doodskloppertje). Ook de larven van veel boktorren en schorskevers leven als houtworm. De houtworm komt het eerst voor in de zachte houtsoorten, zoals dennen en vuren.

Harsrijk hout, b.v. eike(kern)hout, is er beter tegen bestand. Hout dat in rust verkeert, wordt eerder aangetast dan gebruiksvoorwerpen van hout. Meubels worden door de houtworm soms geheel vernield. Bestrijding: de gaatjes inspuiten met benzine of petroleum, vermengd met een insektendodend middel, bestrijken met creosootolie, chloorzink of speciale handelspreparaten. Teren, verven, politoeren en vernissen zijn voorts bewerkingen, die de houtworm zowel voorkomen als bestrijden. De wormgaatjes dichtstoppen met kwikzalf is een afdoend middel als het kwaad nog niet te ver gevorderd is. →houtboorder, → verduurzamen.

< >