m., sterke temperatuurstijging in afgesloten hooi dat niet voldoende gedroogd is: de boerderij is af gebrand ten gevolge van (e) Hooibroei doet zich vaak voor na het binnenhalen van het hooi met meer of minder sterke stijgingen van de temperatuur. Deze worden veroorzaakt door de ademhaling van nog niet afgestorven plantedelen, alsmede door de werking van micro-organismen en enzymen, terwijl vermoedelijk eveneens scheikundige omzettingen een rol spelen.
De omvang van de warmteontwikkeling wordt bepaald door het vochtgehalte van het hooi, door zijn kwaliteit, alsmede door de mogelijkheid van afvoer van de ontstane warmte. Tot 40 °C ontstaan praktisch geen verliezen. Bij 50—65 °C zijn de verliezen aan droge stof 6 % en aan verteerbare of voedernormruweiwit 16 % en boven 70 °C resp. 8 % en 32 %.Boven 90 °C kan door zelfoxidatie zeer gemakkelijk brand ontstaan. Verder zijn de verliezen aan caroteen bij hoge temperaturen zeer groot.