Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Hoessein, Taha

betekenis & definitie

Egyptisch letterkundige, *14.11. 1889 Ezbit el-Kilo (bij Maghagha), ♰28.10.1973 Giza. Hoessein werd al jong blind.

In 1914 promoveerde hij aan de universiteit van Cairo, in 1918 aan de Sorbonne te Parijs. Van 1919-42 was hij hoogleraar aan de universiteit van Cairo, van 1942-44 rector aan de universiteit van Alexandrië en van 1950-52 minister van Onderwijs. Behalve door zijn kritisch wetenschappelijk werk waarin de echtheid van de voorislamitische Arabische poëzie aangevochten werd, genoot Hoessein vooral bekendheid als letterkundige. Zijn autobiografie, al-Ajjaam, is waarschijnlijk het bekendste werk uit de Arabische litteratuur na 1900 en werd in het Engels, Frans en Duits vertaald. In zijn werk, waarin zijn grote eruditie tot uiting komt, geeft hij moderne inzichten weer in een Arabisch dat van overbodige traditionele vormen is ontdaan, maar niettemin puur klassiek blijft. Uit zijn litteraire kritieken blijkt, dat hij een voorstander is van nieuwe litteraire vormen, maar een fel tegenstander van het gebruik van de omgangstaal in de litteratuur.

Werken: Ibn Khaldoun et sa philosophie sociale (1918), al-Ajjaam (dl. I, 1929; II, 1940; III, 1967; autobiografie), Adieb (1935; Fr. vert. Adib ou laventure occidentale, 1960), Ahlaam Sjehrazaad (1943; De dromen van Sjeharazade), alMoeadhdhaboen fi-l-Ard (1949; De gekwelden op de aarde).LITT. R.Francis, T.Hussein romancier (1945); P. Cachia, T.Hussein. His place in the Egyptian literary renaissance (1956).

< >