Engels socioloog, *8.9.1864 Saint Ives (Cornwall), ♱21.6.1929 Bagnoles (Normandië). Hobhouse werd in 1907 hoogleraar te Londen.
Zijn sociologische theorieën hebben de evolutie als centraal thema, evenals bij de Engelse filosoof H.Spencer, maar zonder diens biologisme. Het evolutieproces berust volgens Hobhouse in de westerse beschaving meer en meer op een bewuste nationale controle van de maatschappij door de menselijke geest. Hobhouse heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van de Engelse sociologie van het begin van de 20e eeuw. Werken: Mind in evolution (1901), Morals in evolution (2 dln. 1906), Development and purpose (1913), Social development (1924), (met anderen) The material culture and social institutions of the simpler peoples (1915).
