v., een ziekte veroorzaakt door de schimmel Histoplasma.
(e) Histoplasmose komt overal op de wereld voor; 70 % van de gevallen zijn beschreven in de VS. Alle leeftijden en rassen kunnen worden getroffen. Kinderen (vooral jonge) vormen de helft van het aantal gevallen. Ook honden en katten kunnen geïnfecteerd zijn. In de beide Amerikas is de verwekker Histoplasma capsulatum, in Afrika H. duboisii. De infectie vindt plaats via de mond of luchtwegen; de schimmel nestelt zich in de cellen van het reticulo-endotheliale systeem.
De ziekte kan nagenoeg of geheel symptoomloos verlopen en is daarom moeilijk te bestrijden. Alle organen kunnen worden aangetast, maar m.n. de longen. Ook hersenvliesontsteking komt voor, evenals →endocarditis en →pericarditis. De vorm met aantasting van de longen kan een fataal verloop hebben, waarbij meestal meerdere organen zijn getroffen. De ziekte kan ook een slepend karakter hebben, na jaren tot de dood leidend. Ook spontane genezing komt voor.
In Afrika manifesteert de histoplasmose zich vooral in de huid en de lymfknopen, terwijl ook lever, milt, bijnieren enz. kunnen worden aangetast. Afhankelijk van de lokalisatie kan men de schimmel aantonen in sputum, beenmerg, lymfknopen of in het bloed; in Afrika ook in huidexcisies. Een specifieke behandeling van de ziekte is niet bekend.