Zwitsers schrijver, 2.7.1877 Calw (Württemberg), ♱9.8.1962 Montagnola; van Duitse afkomst. Hesse betoonde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog pacifist.
Zijn eerste (lyrische) werk werd weinig bekend. Wel maakte hij na 1904 naam als romanschrijver. Zijn proza werd in toenemende mate gekenmerkt door zijn sobere taal en zijn zoeken naar een synthese tussen het aardse en het eeuwige. Hesse was een goed psycholoog en tevens een kenner van de oosterse (voornamelijk Indiase) levensbeschouwing; hierdoor geniet hij sinds de jaren zestig een grote populariteit, m.n. bij jongeren. Werken: Peter Camenzind (1904), Unterm Rad (1905), Rosshalde (1914), Knulp (1915), Demian (1919), Märchen (1919), Klingsors letzter Sommer (1920), Siddharta (1922), Der Steppenwolf (1927), Narziss und Goldmund (1930), Gedichte (1940), Das Glasperlenspiel (2 dln. 1943), Krieg und Frieden (1946), Spikes Prosa (1951), Prosa aus dem Nachlass (1965).LITT. G.Field, H.Hesse (1970); V.Michels, H. Hesses Leben und Werk (1973); S.Unseld, H.Hesse (1973); L.J.van Holk en K.H.R.de Josselinde Jong, H.Hesse (1975).