Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hertogskroon

betekenis & definitie

v./m. (-kronen), kroon die een hertog boven zijn wapen voert, bestaande uit een gouden band waarop vijf fleurons zijn aangebracht. (e) De hertogskroon komt vrij veel voor op Ned. en Belg. gemeentewapens, zonder dat daarvoor een motivering bestaat. De Ned. adel kent geen hertogen meer na de afscheiding van België, maar Willem I stelde de hier bedoelde kroon in 1817 vast voor prinsen.

De door hem ingestelde hertogskroon bestond uit een rode muts van fluweel met een bolvormige rozet van goud er bovenop en rondom een gouden band, waarop drie bladeren met twee parels ertussen zijn gemonteerd, →gravenkroon.

< >