Griekse (?), reeds in de kleitabletten van →Pylos (1300 v.C.) voorkomende, zeer populaire god, vooral vereerd in Arkadië, waar hij geboren zou zijn in een grot van de berg Kyllene. Hermes was in oorsprong waarschijnlijk de bovennatuurlijke macht, verborgen in een steenhoop (herme) langs de weg, waarop voorbijgangers steentjes wierpen als offer; later plastisch aangeduid door een →herme.
Geantropomorfiseerd behield Hermes zijn functie van god der wegen, beschermer van weggebruikers, vreedzame reizigers en nachtelijke gauwdieven. Hij draagt dan gevleugelde sandalen en een breedgerande hoed (petasos). Ook is hij zielengeleider (psychopompos) naar de onderwereld, en voert in die functie de herautstaf (caduceus, kerykeion), oorspronkelijk een toverstaf. Voorts is hij god van de slaap en de dromen, de tovenaar bij uitstek, tevens de meesterdief, de goddelijke bedrieger, patroon van de dieven. Hij was ook de god van het onverwachte geluk (hermaion), vandaar ook van het heimelijke liefdesgeluk, later van de handel, patroon der kooplieden, verder bode van de goden, vooral tot de mensen, tevens meester van het woord (logios), op grond waarvan hij later wordt geïdentificeerd met de Egyptische →Thot (→Hermes Trismegistos). Daarnaast is Hermes drager der mannelijke kracht, en beschermer der kudden. Als →kouros is Hermes beschermer van de knapen, vooral in de gymnasia.In de mythologie is Hermes zoon van Zeus en Maia, groeit zeer snel op, en maakt reeds als zuigeling de lier uit een schildpad. Ook roofde hij toen de runderen van Apolloon, loochende dit, ofschoon op heterdaad betrapt, maar verzoende Apolloon door hem de lier te geven. Ondanks zijn populariteit, verbreidheid en veelzijdigheid genoot hij in historische tijd weinig verering en was hij meest een god van de tweede rang. Te Rome werd hij vereenzelvigd met →Mercurius.
LiTT. K.Kerényi, Hermes, der Seelenführer (1944); P.A.J.Festugière, La révélation d’Hermès Trismégiste (4 dln. 1944—45). ICONOGRAFIE. In de beeldende kunst komt Hermes veel voor als geleider van de zielen naar de onderwereld (Hermes Psychopompos) en met een puntmuts als herder die een schaap draagt (Hermes Krioforos). Hij werd meestal uitgebeeld als een jeugdige figuur, herkenbaar aan zijn petasos (hoed, meestal met vleugeltjes eraan), zijn kerykeion (staf) en aan de vleugels aan zijn schoenen. Beroemd zijn de Hermes met de jeugdige Dionysos op zijn arm (Museum, Olympia) die teruggaat op een werk van de beeldhouwer →Praxiteles, en de bronzen rustende Hermes uit Herculaneum (Museo Nazionale, Napels). →herme.
LITT. H.Walter, Griech. Götter (1971).