Oostenrijkse semi-militaire organisatie, die voortkwam uit in 1918 na de Eerste Wereldoorlog van het front teruggekeerde militairen. Zij bleven onder de wapenen om hun land te beschermen tegen de invallen van Italianen, Joegoslaven en Hongaren.
Door de werkzaamheid van de geallieerde ontwapeningscommissies moest de Heimwehr ca. 1920-22 haar wapens verbergen. Bondskanselier Ignaz Seipel bevorderde de Heimwehr, om een krachtig verweer tegen de socialistische oppositie mogelijk te maken. De Heimwehr, die door het grootkapitaal gesubsidieerd werd, breidde zich uit tot 60000 man. In 1934 sloeg de Heimwehr de Weense arbeidersbeweging neer. In 1936 ging de Heimwehr op in het Vaderlandse Front.