Jan Pieter, Ned. letterkundige, *1.3.1809 Amsterdam, ♱24.2.1876 Amsterdam. Heije werd arts, praktizeerde tot 1857 en deed veel sociaal werk.
Hij was medewerker aan het tijdschrift De Vriend des Vaderlands en richtte met A.Drost De Muzen op. Ook leverde hij bijdragen voor De Gids. Zijn liederen, die worden gekenmerkt door vaderlandsliefde, sentiment en een eenvoudig taalgebruik, zijn verzameld in Al de volksdichten (2 dln. 1865; in latere uitgaven vermeerderd). Vele zijn op muziek gezet en zo gemeengoed geworden, o.a.: In een blauw geruiten kiel, De zilvervloot, Zie, de maan schijnt door de bomen, Een karretje langs den zandweg reed, O, schitterende kleuren van Nederlands vlag, Ferme jongens, stoere knapen, Klein vogelijn op groenen tak, Daar zaten zeven kikkertjes.LiTT. A.J.M.Asselbergs, Dr.J.P.Heije (diss. 1966).