(Chattoesa), hoofdstad van het Hettitische Rijk (ca.1650 V.C.-1200 v.C.), nabij het Turkse dorp Bogazköy (thans Bogazkale), 150 km ten oosten van Ankara. De ruïnes van Bogazköy, door Charles Texier ontdekt (1834), werden door Hugo Winckler en Makridi Bey (1905—12) en later door Kurt Bittel (1931-39 en opnieuw vanaf 1952) opgegraven.
Men heeft er een enorme hoeveelheid kleitabletten met spijkerschrift gevonden. →bibliotheek, GESCHIEDENIS.De geschiedenis van de stad wordt in verscheidene periodes ingedeeld. De oudste periode (in de late vroeg-bronstijd) kende een bewoning van de koningsburcht of citadel (Büyükkale) door Hattiërs.
Daarop volgde een periode met o.a. de vestiging van een Assyrische handelsfactorij nabij de citadel, waarna de stad door de latere Hettieten verwoest werd (ca.1750 v.C.). Ca.1650v.C. vestigdeHattusili I er zijn residentie. Dit vormde het begin van het Oudhettitische Rijk.
Ca.1400 v.C. werd Hattusa verwoest door de Gasga. In de 13e eeuw v.C. beleefde de stad haar grootste bloei en uitbreiding: het grootste oppervlak was toen ca. 167 ha en de stad werd omgeven door reusachtige vestingwerken. Kort na 1200 v.C. kwam het einde van het Hettitische Rijk en werd Hattusa opnieuw verwoest. Daarna is alleen de citadel nog door Frygiërs bewoond geweest. LITT. K.Bittel, Hattusha, the Capital of the Hittites (1971); E.Akurgal, Die Kunst der Hethiter (2e dr.1976).
