Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hasjiesj (haschisch)

betekenis & definitie

[Arab., gras, hooi], m., bedwelmend genotmiddel uit Indische hennep.

(e) Hasjiesj is het ingedikte sap van de hennepplant (Cannabis sativa), vermengd met allerlei resten van de plant en toegevoegde stoffen als suiker of gom. Van hasjiesj kan een extract worden gemaakt dat als een soort thee wordt gedronken. Het kan fijnverdeeld worden toegevoegd aan tabak en worden gerookt in gerolde sigaretten of waterpijpjes. Hasjiesj behoort, evenals marihuana (gedroogde plantedelen van de hennepplant), tot de zwak hallucinogene middelen. In de oosterse cultuur is het een geaccepteerd genotmiddel. In de meeste westerse landen is het gebruik van en de handel in hasjiesj onderworpen aan dezelfde wetten die gelden voor opium. De werkzame stoffen zijn cannabinolverbindingen, waarvan tetrahydrocannabinol de werkzaamste is.

< >