v., overmatige ontwikkeling van de hartspier.
(e) Hartvergroting is meestal het gevolg van twee verschillende factoren: vergroting (hypertrofie) van de hartspiervezels, en verwijding (dilatatie) van de hartholten. Een hypertrofisch te zwaar hart hoeft dus niet vergroot te zijn, en anderzijds weegt een door dilatatie sterk vergroot hart soms weinig meer dan een normaal hart (300—350 g bij de man en 250—300 g bij de vrouw). Bij extreme hartvergroting door hypertrofie kan een hart 700—1000 g meer gaan wegen. Hartvergroting kan beide harthelften (rechts en links) afzonderlijk treffen. Linksvergroting ontstaat bij hoge →bloeddruk, →aortastenose, →aorta-insufficiëntie, en bij zware arbeid (sporthart!). Rechtsvergroting of →cor pulmonale komt voor bij →mitraalstenose, →pulmonaalstenose en insufficiëntie, en door een verhoogde weerstand in de bloedcirculatie door de longen (longemfyseem, vaak met chronische bronchitis of astma, longfibrose en andere chronische longaandoeningen). Er komen ook gevallen van hartvergroting voor zonder aanwijsbare oorzaak, soms familiaal.