v./m. (-schijven), een nokschijf in de vorm van een hart.
(e) Een hartschijf is meestal excentrisch geplaatst op een aandrijfas. Zij wordt toegepast om van een draaiende beweging, met behulp van een volglichaam (nokrol), een rechtlijnige verplaatsing met een eenparige beweging af te leiden. De hartschijf wordt b.v. gebruikt bij opwikkelmachines in spinnerijen voor het gelijkmatig opspoelen van de draad over de volle breedte van de klos.