Schots filosoof, *8.3.1788 Glasgow, ♱6.5.1856 Edinburgh. Hamilton werd in 182l’hoogleraar te Edinburgh.
Hij behoorde tot de →Schotse School. Hij maakte de ideeën van Kant in Engeland bekend en poogde deze te verbinden met de filosofie van de →common sense van T. →Reid. Hamilton ging uit van de innerlijke ervaring: door het eigen bewustzijn te analyseren komt men achter de grondregels, de aangeboren waarheden van het leven. Het absolute hield hij voor onkenbaar en ondenkbaar, en derhalve behorend tot het terrein van het geloof. Hamilton beïnvloedde de logistiek door zijn leer van de kwantificatie van het predikaat, die het logisch oordeel wil herleiden tot een loutere verhouding tussen subject en predikaat. Hij ontkent daarmee elke attributieve betekenis van een oordeel: het bloed is rood zegt zonder meer dat de waarde van het begrip bloed besloten ligt binnen de waarde van het begrip rood.
Hamiltons filosofie oefende in Engeland grote invloed uit; zij werd gekritiseerd door J.Stuart Mill en krijgt weer alle belangstelling in de nieuwere logica. Werken: Lectures on metaphysics and logic (4 dln. 1859-60).LITT. S.V.Rasmussen, The philos. of sir W.Hamilton (1925); S.A.Grave, The Scottish philos. of common sense (1960).
