Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Hamelink, Jacobus Marinus (Jacques)

betekenis & definitie

Ned. letterkundige, *12.1.1939 Driewegen (Terneuzen). Hamelink was leraar te Terneuzen.

Sinds 1963 wijdt hij zich geheel aan de litteratuur. Als schrijver van verhalen werd hij door het blad +Merlijn ontdekt. De dominerende themas in zijn werk zijn de natuur als agressieve factor in het menselijk bestaan en de angstgevoelens die daarvan het gevolg zijn. In zijn later werk komt steeds sterker de nadruk te liggen op het overwinnen van de dood of het overwinnen van de angst ervoor. Werken: poëzie: De eeuwige dag (1964), Een koude onrust (1967), Oudere gronden (1969), Windwaarts, wortelhek (1972), Niemandsgedichten (1976); proza: Het plantaardig bewind (1965), Horror vacui (1966), De rudimentaire mens (1968), Ranonkel of de gesch. van een verzelving (1969), De betoverde bruidsnacht (1970), Afdalingen in ingewanden (1974), Een reis door het demiurgenrijk (1976).LITT. L.van Marissing, 28 Interviews (1971); O.Jager, Uitgelezen (1974).

< >