bisschop van UTRECHT (1301-17), geb. ca.1253, overl. 28.5.1317 Utrecht; broer van Jan II, graaf van Holland en Henegouwen. Na het sneuvelen van bisschop Willem Berthout (4.7.1301) ontstond een conflict over zijn opvolging.
De paus beslechtte het geschil door Gwijde van Henegouwen, de kandidaat van de Utrechtse kanunniken, tot bisschop van Utrecht te benoemen. Gwijde bracht een verzoening tot stand tussen de twee patricische partijen in Utrecht, de Lichtenbergers en de Fresingen. Bij de aanval van de Vlamingen werd Gwijde echter na de Slag op Duiveland (20.3.1304) gevangen genomen. De Fresingen maakten hiervan gebruik om hun macht in Utrecht te vestigen, echter met gebruik van de ambachtsgilden, die hun voorrechten lieten vastleggen in de Gildenbrief van 9.5.1304. Gwijde werd in zijn gezag hersteld; bij het Verdrag van Vreeland (nov. 1305) sloot de stad een vrede, die aan het bewind van de Fresingen een einde maakte, maar Gwijde erkende niettemin de Gildenbrief.
