Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

grondontsmetting

betekenis & definitie

v., de behandeling van de grond (de bouwvoor) met het doel organismen die schadelijk zijn voor de gewassen te vernietigen.

ⓔ Grondontsmetting is een kostbare teeltmaatregel, die alleen bij zeer hoogwaardige produkten verantwoord is. Het wordt daarom bijna uitsluitend toegepast in de tuinbouw onder glas en vindt plaats door verhitting van de grond en met chemische middelen. Bij de eerste vorm wordt de losgewerkte grond met een stoomdicht plastic kleed bedekt, dat met zandzakken of kettingen aan de randen wordt verzwaard. Daaronder wordt gedurende ca. 8 uur stoom geblazen die langzaam maar zeker in de grond dringt en deze tot op een diepte van 40-50 cm verhit tot 100°C. De stoom wordt geleverd door de eigen verwarmingsinstallatie van de tuinder of door een verplaatsbare installatie van een loonstomer. Bodemziekten die met grondstomen worden bestreden, zijn o.a. slaapziekte, kurkwortel en knol bij tomaat, verwelkingsziekte bij anjer, fusarium en rankenrot bij komkommer.

Bovendien wordt alle onkruid vernietigd. De chemische grondontsmetting bestaat hierin dat men bepaalde, de schadelijke organismen dodende preparaten in de grond injecteert met motorof handinjectoren. Het zijn vluchtige vloeistoffen waarvan de gassen zich snel door de grond verspreiden. Veel gebruikte middelen zijn: DD (dichloorpropaan en -propeen) tegen bodemaaltjes (o.a. knol bij tomaat en komkommer), chloorpicrine (tegen kurkwortel bij tomaat), en methylbromide. In verband met de werkingsduur en de giftigheid moeten bepaalde maatregelen worden genomen, zoals afdekken met plasticfolie, gebruik van maskers, voorschriften over de concentratie e.d. Toepassing mag alleen geschieden door erkende loonontsmetters.

< >