Engels filosoof, *7.4.1836 Birkin (Yorkshire), ♱26.8.1882 Oxford. Green was van 1860—76 lector aan het Balliol College en sinds 1878 hoogleraar te Oxford.
Hij legde de filosofische grondslag voor het Engelse nieuw-liberalisme, m.n. door zijn werk Liberal legislation andfreedom of contract. Hij stond daarbij onder de invloed van het Duitse idealisme en van I.Kant, waardoor hij het contact herstelde tussen de Engelse filosofie en de filosofische stromingen elders in Europa. Green bestreed het traditionele empirisme. Alle dingen staan voor hem wezenlijk met elkaar in betrekking, dank zij het bewustzijn van de mens, dat een synthese maakt. Als moralist bestreed Green het utilitarisme in zijn Prolegomena. Werken: Popular philosophy in its relation to life (1868), Liberal legislation and freedom of contract (1881).
Uitgaven: Prolegomena to ethics, door A.C.Bradley (1883); The works of T. H.Green, door R.L.Nettleship (3 dln. 1885-88). LI TT. W.D.Lamont, Introduction to Green’s moral philosophy (1934); J.Pucelle, La nature'et l’esprit dans la philosopbie de T.H.Green (2 dln. 1961-65); M.Richter, The politics of conscience, T.H.Green and his age (1964).