Ned. natuurkundige, *26.9.1668 ’s-Hertogenbosch, ♱28.2.1742 Leiden. ’s Gravesande werd in 1717 hoogleraar te Leiden. Met G.Hyacinthe en Justus van Effen gaf hij uit het Journal de la république des lettres (1722 vlg.), waarin van zijn hand natuurkundige opstellen verschenen.
In 1719 publiceerde ’s Gravesande het eerste leerboek voor experimentele natuurkunde. Voor zijn experimenten had hij veel steun van de instrumentenmaker Jan Musschenbroek. Ook op niet-natuurkundig gebied schatte men hem hoog; men vroeg hem adviezen op het gebied van waterstaat, o.a. een plan tot verbetering van de Merwede. De proef van ’s Gravesande is naar hem genoemd. Werken: Physices elementa mathematica (1719), Introductio ad philosophiam, metaphysicam et logicam continens (1736).