Ned. gemeente in de prov. Noord-Brabant, 5,24 km2 (laagveen en klei), 1850 inw., 12,0 % r.k., 46,5 % n.h., 28,0 % geref., 11,0 % overige, 2,5 % g. kerkg.
De bodem is vooral als grasland en tuingrond in gebruik. ’s-Gravenmoer is een overwegend agrarisch dorp. Daarnaast zijn de binnenvaart en enige kleine industrie van belang. Het dorp heeft kenmerken van een veenkolonie bewaard.