[Hd. grauwacke], m., zeer vaste soort van kiezelzandsteen, meestal grauw van kleur, korrelig min of meer schilferachtig.
(e) Grauwak is volgens Duitse schrijvers: een donkergrijs conglomeraat van kwarts en leisteen; vo-gens Engelse auteurs: een onzuivere zandsteen, rijk aan ferromagnetische silicaten; volgens Amerikanen: een zandsteen met leisteenbindmiddel. Grauwak heeft dus een onduidelijke samenstelling. Het is in ieder geval een detritisch sedimentgesteente met donkergrijze kleur.