Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

granuleren

betekenis & definitie

(granuleerde, heeft gegranuleerd),

I. overg.,
1. (techniek) in het algemeen in een korrelvorm overbrengen, m.n. van massieve stof, maar ook wel van poeders of gesmolten materiaal (e): om gietijzer te — smelt men het en giet het daarna uit in water dat in beweging is;
2. (grafische kunst) greineren;
3. (geneesmiddelenbereiding) (stoffen) zodanig mengen dat men er tabletten van kan maken;
4.(edelsmeedkunst) het maken van granulawerk (e);

II. onoverg., (geneeskunde) verkorrelen; het ontstaan van granulatie op de oppervlakte van een wond.

(e) edelsmeedkunst. Het granuleren van juwelen gebeurde in de oudheid reeds in Egypte en Mykene, maar vooral in Etrurië en in de hellenistische periode en vond toepassing tot eind 13e eeuw. Hiervoor werd een of ander vlak van een juweel bestrooid met zeer kleine, kogelronde korreltjes massief goud of ander metaal. De zo behandelde gedeelten maken dan een indruk als waren zij zeer fijn met gouden zaad behageld (granulawerk). Over de techniek bestaat geen volkomen zekerheid. techniek. Granuleren kan worden toegepast om stofvorming te verminderen, een hoger schudgewicht, een betere opslag van het materiaal of beter transport te verkrijgen. Granuleren van grove brokken materiaal komt neer op malen en daarna zeven. Gesmolten materiaal granuleert men meestal in roterende trommels of door verspuiten (prilling). Bij het granuleren van poeders onderscheidt men:

1.vorming van agglomeraten (b.v. door ze dooreen zeef te wrijven);
2. vorming van kleine cilindertjes (in geperforeerde walsen);
3. vorming van tolletjes die spiraalsgewijs opgebouwd zijn;
4. vorming van bolletjes met behulp van de oppervlaktespanning. Granuleren wordt dikwijls gecombineerd met drogen.

< >