[➝Gr. gonos, verwekking, trepo, zich richten op], v. (-n), hormoon bestemd ter regeling van de produktie van de geslachtshormonen. (e) Een gonadotropine is een (hypothetische) stof die de gonade (kiemklier) doet rijpen en, indien uitgerijpt, doet functioneren. Men onderscheidt twee gonadotropinen bij de vrouw: het follikel stimulerend hormoon (fsh) en het luteotroop hormoon (lh).
Bij de man worden bepaalde testikelweefsels gestimuleerd door een interstitieel stimulerend hormoon (ICSH), dat identiek lijkt met LH. In de endocrinologie maakt men gebruik van preparaten uit urine en bloed van mensen en dieren, om de genoemde gonadotrope effecten toe te passen.
