Jean Luc, Frans filmregisseur, *3.12.1930 Parijs. Godard trad aanvankelijk op in kleine filmrollen, realiseerde enkele korte films en publiceerde vele artikelen in de Cahiers du Cinéma.
Hij maakte zijn eerste speelfilm, A bout de soufflé, in 1959; ook o.a. F.Truffaut en C.Chabrol debuteerden omstreeks dat jaar. Daarmee was de ➝nouvelle vague, het Europese antwoord op de Hollywoodfilms, een feit geworden. Godard paste de stijlkenmerken van deze stroming, nl. veel uit de hand gedraaide opnamen, veel buitenlokaties en een sterk persoonlijke visie, volgens de auteurtheorie (➝filmtheorie, ➝draaiboek) toe in zijn films Le petit soldat (1960), Une femme est une femme (1961), Vivre sa vie (1962), Les carabiniers (1963), Le mépris (1963), Bande a part (1964), Une femme mariée (1964), Alphaville (1965), Pierrot-le-fou (1965). Zijn volgende films zijn zowel technisch als thematisch vaak varianten op vorige werkstukken: Masculin-féminin (1966), Made in USA (1966), Deux ou trois choses que je sais d’elle (1966), La Chinoise (1967), Weekend (1967). Onder invloed van de onlusten in mei 1968 te Parijs werd het marxisme-leninisme zijn nieuwe inspiratiebron, waarbij het kritisch hanteren van het filmmedium, zoals bekend uit zijn vroegere werk, omsloeg in een agressieve ontmaskering van de cinema als medium voor misleiding en bedrog (‘ce n’est pas une image juste, c’est juste une image’).
Films uit deze periode zijn o.a. uit 1968 Legai savoir en One plus one en uit 1969 British sounds, Vent d’est, Pravda en Vladimir et Rosa, veelal gemaakt in samenwerking met Jean Pierre Gorin, met wie hij de filmgroep Dziga Vertov vormde. Door een overvloed aan politieke en filmtheoretische beschouwingen raakte Godard met deze films zijn vaste publiek nagenoeg kwijt. In 1972 volgden de conventioneler gemaakte film Tout va bien en de documentaire over de actrice Jane Fonda, Letter to Jane, in 1976 Numéro deux. Intussen ging Godard zich voornamelijk bezighouden met videoprojecten, waarin zijn preoccupatie met de taal (in beeld en in geluid) weer centraal kwam te staan, zoals b.v. in de twaalfdelige serie voor de Franse televisie Sur et sous la communication (1976). Godard oefende invloed uit op o.a. B.Bertolucci, N.Oshima en A.Tanner.litt. J.Collet, J.L.Godard (1963); P.French, The films of J.L.Godard (2e dr. 1969); R.Roud, J.L. Godard (2e dr. 1970); T.Milne, Godard on Godard (1972).