[Gr.] m. (-s),
1. verticale zonnewijzer (e);
(fig.) richtsnoer;
2. (algebra) bepaald getal (e);
3.(meetkunde) figuur die bij een gegeven figuur moet gevoegd worden om een nieuwe figuur te verkrijgen.
(e) sterrenkunde. De gnomon is het oudste en tevens het eenvoudigste astronomische instrument.
Het bestaat uit een verticale stang, waarvan de schaduw op een horizontaal vlak valt. Is de lengte van de stang a, die van de schaduw b, dan is de hoogte h van de zon bepaald door tan h = a/b. Wanneer men door waarneming van gelijke schaduwlengten voor en na de middag de middaglijn heeft gevonden, dan levert de gnomon vooreerst de tijd van ware middag (het ogenblik, dat de ware zon in de meridiaan staat) en verder de middaghoogten h1 van de zon voor elke dag van het jaar. Op de langste dag is hl = 90° — ዋ + є, op de kortste = 90° — ዋ є en zo worden ዋ (de geografische breedte van de plaats van waarneming) en є (de helling der ecliptica) bekend. Op de dagen, waarop h1 = 90° -ዋ is, staat de zon in de evenaar, dus in een der evennachtspunten. Zo bepaalden de astronomen vroeger de lengte van het tropische jaar. wiskunde.
Gnomon is in de algebra een getal dat bij een kwadraat moet worden gevoegd om een volgend kwadraat te krijgen. Elk oneven getal is een gnomon, b.v. 17, want 64 + 17 = 92; algemeen: elk oneven getal wordt voorgesteld door 2n + 1; nu is n2 + (2n + 1) = (n + l)2.