Rudolf (sinds 1888) von, Duits rechtsgeleerde, *13.8.1816 Berlijn, ♱22.7.1895 Berlijn. Von Gneist werd in 1844 hoogleraar te Berlijn.
Van 1858-93 was hij lid van het Pruisische Huis van Afgevaardigden en van 1868-84 van de Rijksdag. Mede dank zij zijn goede betrekkingen met kanselier Bismarck en keizer Wilhelm I kon hij zijn ideeën. over decentralisatie van het staatsgezag verwezenlijkt zien in de wetgeving (Kreisordnung 1872, Landesgemeindeordnung 1891). Zijn sociale bewogenheid uitte zich in een 25-jarig voorzitterschap van de Zentralverein für das Wohl der arbeitenden Klassen. Werken: Das heutige englische Verfassungsund Verwaltungsrecht (2 dln. 1857—63), Budget und Gesetz nach dem konstitutionellen Staatsrecht Englands (1867), Verwaltung, Justiz, Rechtswege, Staatsverwaltimg und Selbstverwaltung nach englischen und deutschen Verhältnissen (1869), Die konfessionelle Schule (1869), Die nationale Rechtsidee von den Ständen und dem preussischen Drieklassenwahlsystem (1894; 2e dr. 1964). litt. O.vonGierke, R.von Gneist, Gedachtnisrede (1896); E.Schiffer, R.von Gneist (1929).