o., lipide waaraan één of meer moleculen suiker zijn veresterd.
(e) Glycolipiden kunnen zijn afgeleid van sfingosine (een alcohol) of van glycerol. Men onderscheidt als belangrijkste uit een grote groep: de cerebrosiden (sfingoside veresterd met een vetzuur en een suiker) en de gangliosiden (met N-acetyl-neuraminezuur veresterd aan een van de suikerresten).
De cerebrosiden komen vooral in hersenen zenuwweefsel voor, terwijl de gangliosiden voorkomen in hersenen en milt.