v./m. (-s), gesponnen glas in de vorm van continu-filamenten of stapelvezel.
(e) Bundels continu-glasfilamenten worden met hoge snelheid mechanisch getrokken uit een stroom van gesmolten glas dat door spintuitjes wordt aangevoerd. De dikte van de filamenten varieert van 3— 15 p,m. Stapelvezels worden vervaardigd door krachtige luchtof stoomstralen op gesmolten glas te spuiten als dit zich door de openingen van spintuitjes afscheidt. Hierdoor ontstaan vezels die zowel in lengte (10-600 mm) als in dikte (5-15 p,m) variëren.
In de handel komen in het algemeen twee soorten vezel voor, Aen E-glas. E-glas onderscheidt zich voornamelijk door het geringe alkaligehalte, en heeft superieure eigenschappen o.a. voor elektrische isolatie. Karakteristieke eigenschappen van glasvezel zijn o.m. geringe rekbaarheid, onbrandbaarheid en slechte weerstand tegen buigen. Glasvezel wordt als zodanig gebruikt (glaswol) en verwerkt tot garens, weefsels en vliezen en dient voor elektrische isolatie, geluidsen warmte-isolatie, alsmede voor versterking van kunststoffen en bitumineuze dakbedekkingen. Voorts zijn er gordijnstoffen geweven uit glasvezel en bias-belted-autobanden, waarvan het karkas uit polyestergaren en de gordel uit glasgaren bestaat.