plantengeslacht, behorend tot de familie ➝Iridaceae, met ca. 250 soorten knolgewassen, die in gematigde en subtropische klimaten van Afrika en Eurazië inheems zijn. Zeer veel gekweekt.
De door een vezelige mantel losjes omhulde knol moet droog en koel overwinteren. In Zuid-Europa komen b.v. Gladiolus segetum en G. communis in grasland en op akkers voor. In de 17e eeuw kregen vooral Zuidafrikaanse soorten de aandacht, maar pas in de 19e eeuw nam de cultuur van ‘zwaardlelies’ een grote vlucht (voor snijbloemen en als tuinplant), nadat uit G. cardinalis en G. psittacinus talrijke variëteiten (‘gladiolen’) waren gewonnen (ook wel uit G. primulus, Oost-Afrika).