Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gierpont

betekenis & definitie

v./m. (-en), rivierpont bevestigd aan een ketting, die door de stroom de rivier over bewogen wordt.

(e) Bovenstrooms van de plaats waar de gierpont zijn taak verricht, is een zwaar anker gelegd met een betrekkelijk lange ketting (gierketting) of staalkabel (gierkabel) die met het andere uiteinde in het midden van de bovenstroomse kant van de gierpont is bevestigd. Deze ketting (kabel) is opgehangen aan een reeks drijvers (gierbootjes) om te voorkomen dat hij te veel weerstand van de bodem ondervindt of achter obstakels blijft haken.

Van een over rollen aan de uiteinden van de gierpont lopende ketting of staaldraad, waarvan de uiteinden op enige afstand van de gierpont aan b.v. de gierketting zijn bevestigd, wordt met behulp van een aan dek van de pont staande lier een van de twee parten enigszins ingekort. Hierdoor krijgt de gierketting ten opzichte van de stroomrichting een schuine stand, waardoor de kracht van het tegen de pont stromend water wordt ontbonden in een kracht, die enkel de gierketting spant en een kracht, die de pont in de gewenste richting in beweging brengt. Om na aankomst aan de overzijde de terugweg te volbrengen, wordt de lier omgelegd en het andere part van de korte ketting of draad ingekort. Gierponten kunnen uitsluitend worden gebruikt op rivieren met een voortdurend in één richting gaande, betrekkelijk sterke stroom.

< >