(gierde, heeft gegierd),
1. m.n. als het geluid van zeer uitbundig lachen: hij gierde het uit van het lachen;
2. fluiten van de wind of van door de lucht snorrende voorwerpen: de wind gierde door de takken; een steen gierde hem langs het hoofd.
Gepubliceerd op 27-06-2020
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: