v. (-en), het plegen van geweld.
(e) Geweldpleging is in Nederland strafbaar gesteld als bestanddeel van verschillende misdrijven. Onder geweldpleging verstaat men gewelddadig optreden tegen personen of goederen. Met het plegen van geweld wordt gelijk gesteld het brengen in een staat van bewusteloosheid of onmacht (art. 81 WStr). De jurisprudentie legt geweld in ruime zin uit, zodat bij verzet tegen arrestatie ook als geweld wordt beschouwd een rukkende beweging van de aangehoudene en het zich aan enig voorwerp vasthouden. Openlijk met vereende krachten geweld plegen tegen personen of goederen kan met gevangenisstraf van ten hoogste jaar worden gestraft (art. 141). In bijzondere gevallen is de straf echter hoger. Verder bevatten de artt. 179-182 strafbedreigingen tegen hem die door geweld een ambtenaar dwingt tot het volvoeren van een ambtsverrichting of het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting en tegen hem die zich met geweld verzet tegen een ambtenaar, werkzaam in de rechtmatige uitoefening zijner bediening of tegen personen die hem daarbij krachtens wettelijke verplichting of op zijn verzoek bijstand verlenen.
In België wordt geweldpleging wettelijk bepaald als een daad van stoffelijke dwang gepleegd op personen (art. 483 WStr) en aldus een verzwarende omstandigheid van zekere misdrijven als ➝diefstal, aanranding der -weerbaarheid en vrijwillige ➝vernieling van roerende eigendommen. Het plegen van lichte gewelddaden, met het opzet te beledigen, is een overtreding (art. 563).