(Fr.: Société Générale de Banque), Belg. bank, opgericht in 1932 om de bankactiviteiten van de in 1822 gestichte ➝Generale Maatschappij van België over te nemen, maatschappelijke zetel te Brussel. De huidige benaming werd in 1965 aangenomen, na de fusie tussen de Bank van de Société Générale de Belgique, de Bank van Antwerpen en de Belgische Bank Maatschappij.
Het is de belangrijkste Belg. bank. In 1974 verzamelde zij 38,8 % van de aan de bankinstellingen van het land toevertrouwde deposito’s. Kerngegevens (per 31.12.1976) (in mln. BF):eigen middelen 17284; fondsen van derden 528941; kredieten aan de privé-sector 337260; kredieten aan de overheidssector 165720; winst boekjaar 1976 1454; balanstotaal 586842; kapitaal BF ruim 5,1 mrd. (bijna 5 mln. aandelen). De belangrijkste aandeelhouders zijn de ➝-Generale Maatschappij van België (22,2 % van het kapitaal), Solvay, de Belg. Boerenbond, en Royale Belge.
In 1976 werd een zakencijfer van BF 52,3 mrd. verwezenlijkt. De Generale Bankmaatschappij bezit participaties in 11 banken in België en in een twintigtal banken in het buitenland. Op 31.12.1976 bereikte de waarde van de participaties een bedrag van BF ruim 5,1 mrd. Op hetzelfde ogenblik hield de Generale Bankmaatschappij effecten in portefeuille ter waarde van meer dan BF 158,4 mrd. Zij maakt ook deel uit van de European Banks International Company (ebic), de grootste internationale bankclub, die een gezamenlijk balanstotaal van BF 4000 mrd. achter zich heeft staan. De Generale Bankmaatschappij bezit 1115 vestigingspunten, over het gehele land verspreid; zij heeft 15038 personen in dienst en neemt tevens het beheer waar over een aantal beleggingsfondsen.
