Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Gend en Loos NV, Van

betekenis & definitie

Ned. transportonderneming, gevestigd te Utrecht. De onderneming ontstond in 1796 in Antwerpen, waar de logementhouder P.J.Loos een diligencebedrijf stichtte met diensten op steden in België en Nederland; nog in hetzelfde jaar volgde J.B.van Gend, diligencekoetsier en gehuwd met de herbergierster Marie Loos, zuster van Petrus.

Na de dood van Loos (1809), werden beide ondernemingen verenigd en ontstond Van Gend en Loos, onder de officiële naam: Koninklijke Postwagens Onderneming van J.B.van Gend en de Weduwe P.J.Loos. Vervoerde de onderneming in het begin vooral reizigers, na de opkomst van de spoorwegen ging het vervoer van reizigers geleidelijk over op goederenvervoer en expediteursactiviteit, hierbij gesteund door contracten met de spoorwegmaatschappijen Staatsspoor en Rijnspoor voor het vervoer van goederen van station naar huis.In 1928 werd de maatschappij omgezet in een nv en werd zij een onderdeel van de NV Algemene Transport Onderneming (ato), een dochtermaatschappij van de Ned. Spoorwegen. In 1948 volgende een volledige fusie met de ATO, waarbij de nv Algemene Transporten Expeditieonderneming Van Gend en Loos ontstond wat de huidige naam is sedert 1974. Tot 1968 verrichtte de maatschappij naast eigen activiteiten in regie voor de Ned. Spoorwegen stukgoederenvervoer in alle opzichten behalve het commerciële beleid; in 1968 ging zij zich ook hiermee bezighouden. Per 31.12.1972 waren alle bestaande aanzienlijke verliezen in deze sector door de Ned.

Spoorwegen gedekt. De activiteit van de maatschappij bestaat uit algemeen binnenlands vervoer (stukgoederenvervoer in samenwerking met railen wegtechniek, expressevervoer en rechtstreeks vervoer), zgn. praktijkgerichte vervoeren in binnenen buitenland, internationale expediteursactiviteiten over de gehele wereld en opslagen distributieactiviteiten. Het aandelenkapitaal is geheel in handen van de Ned. Spoorwegen. litt. 150 jaar Van Gend en Loos (1946).

< >