Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gemengd huwelijk

betekenis & definitie

een meerzinnig begrip; er kan het huwelijk van twee gedoopte christenen van een verschillende denominatie mee bedoeld zijn (rooms-katholiek en ned. hervormd enz.), maar ook het huwelijk van een christen met een ongelovige of ongedoopte. Het kerkelijk gemengde huwelijk is weliswaar voor alle kerken een probleem, dat bijzondere pastorale zorg verdient vanwege de mogelijke spanningen die het oproept tussen de partners zelf en hun wederzijdse familie, maar de Rooms-Katholieke Kerk is altijd zó fel gekant geweest tegen het gemengde huwelijk, dat zij er in haar wetgeving een huwelijksbeletsel van heeft gemaakt.

Dat betekent dat een rooms-katholiek niet met een niet-rooms-katholiek gedoopte of met een ongedoopte mag trouwen zonder dispensatie van de bevoegde instantie (meestal de bisschop). Voor de dispensatieverlening geldt als voorwaarde dat de vrijheid van beider geloofsbeleving en de christelijke opvoeding van de kinderen gewaarborgd zijn. Deze wetgeving (31.3.1970) betekent een verzachting van de strenge bepalingen uit het Kerkelijk Wetboek van 1917. Het gemengde huwelijk kan sociologisch worden beschouwd als een indicatie voor de mate van ➝acculturatie van verschillende godsdienstige groeperingen, waaruit bepaalde inzichten betreffende de assimilatie, de interne structuur en dynamiek van deze groeperingen kunnen voortkomen. In de jaren zestig is de gescheidenheid en de geslotenheid van de godsdienstige groeperingen in Nederland en België sterk verminderd. De gemengde huwelijken namen dientengevolge toe, terwijl zowel het aantal formele als het aantal reële lidmaten van godsdienstige groeperingen afnam. Daardoor heeft het gemengde huwelijk als indicator voor acculturatie aan waarde ingeboet.litt. B.v.Leeuwen, Het gemengde huwelijk (1959); G.Dekker, Het kerkelijk gemengde huwelijk in Ned. (1965); Archief van de Kerken 25 (1970); C.P.van Andel enz., Het gemengde huwelijk (1971).

< >