v. (-en), raming van inkomsten en uitgaven van een gemeente.
(e) In Nederland moet de begroting van de gemeentelijke inkomsten en uitgaven jaarlijks door B. en W. aan de gemeenteraad worden aangeboden. Na haar vaststelling door de gemeenteraad behoeft de gemeentebegroting goedkeuring van Gedeputeerde Staten. Bij weigering van die goedkeuring kan de raad bij de Kroon in beroep gaan. Uitgaven waartoe de gemeente wettelijk verplicht is en die zij weigert, worden door Gedeputeerde Staten op de gemeentebegroting aangebracht.
In België wordt de gemeentebegroting opgemaakt door burgemeester en schepenen en door de gemeenteraad gesteund. Ze moet ter goedkeuring aan de Bestendige Deputatie worden voorgelegd. Ook hier is bij weigering van die goedkeuring beroep bij de koning mogelijk.