Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gemeenteraad

betekenis & definitie

m. (-raden), het door de GW aan het hoofd van de gemeente gestelde college, waarvan de leden voor een bepaald aantal jaren worden gekozen door de ingezetenen van de gemeente en waaraan de regeling en het bestuur van de huishouding van de gemeente is overgelaten; (metonymisch) vergadering van dit college: er is vandaag -.

(e) De Gemeenteraad wordt in Nederland om de vier jaar rechtstreeks bij verkiezingen op basis van evenredige vertegenwoordiging gekozen en telt al naar gelang van het aantal inwoners der gemeente 7-45 leden. Leden van de raad kunnen volgens art. 21 van de Gemeentewet alleen zijn de ingezetenen van de gemeente, die Nederlander zijn of door de wet als Ned. onderdaan erkend zijn, tenminste 23 jaar zijn en niet uit hun passief kiesrecht zijn ontzet. Zij mogen onderling of ten opzichte van de burgemeester niet in nauwe familierelatie staan en ook niet bepaalde ambten, zoals dat van minister, lid van Gedeputeerde Staten of dat van ambtenaar, door of vanwege gemeentebestuur aangesteld of daaraan ondergeschikt, bekleden. De Gemeenteraad behoeft voor sommige besluiten de goedkeuring van Gedeputeerde Staten, mag bij weigering daarvan bij de Kroon in beroep gaan en kan in zijn verordeningen het stellen van nadere regelen opdragen aan B. en W. De zittingen worden voorgezeten door de burgemeester, die slechts adviserende stem heeft, tenzij hij (wat zelden voorkomt) tevens raadslid is. De vergaderingen zijn in de regel openbaar.

Het lidmaatschap is onbezoldigd, maar voor het bijwonen van de vergaderingen wordt een presentiegeld vastgesteld. De Gemeenteraad kan o.a. commissies instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen of met het oog op de behartiging van de belangen van een deel van de gemeente, dat daarvoor door zijn ligging of door zijn karakter in aanmerking komt. De bepalingen met betrekking tot gemeentelijke commissies zijn bij de wet van 9. 7.1964, Stb. 256 (in werking getreden op 10.8.1964) vrij aanzienlijk gewijzigd en uitgebreid (Titel II A Gemeentewet).

In België variëren de gemeenteraden van 7—47 leden (7 bij gemeenten onder de 1000, 47 bij gemeenten boven de 300000 inwoners). De leden worden om de 6 jaar gekozen, moeten Belg en ten minste 21 jaar zijn en hun woonplaats hebben in de gemeente. Kiezer zijn zij die Belg zijn of naturalisatie hebben verkregen, tenminste 18 jaar zijn en sedert ten minste zes maanden hun woonplaats hebben in de gemeente. De gemeenteraden worden bijeengeroepen door burgemeester en schepenen of op verlangen van tenminste een derde van de leden. Een vergadering kan in het algemeen slechts geldige beslissingen nemen als de meerderheid der leden aanwezig is. Wanneer de Gemeenteraad echter twee maal achtereen regelmatig bijeen werd geroepen, kunnen (ongeacht het aantal aanwezige leden) geldige beslissingen worden genomen.

Bij besprekingen van een onderwerp waarbij een lid zelf enig belang heeft, mag deze niet aanwezig zijn. Inzake inrichtingen van openbaar nut, de begroting en het aangaan van leningen moeten de zittingen openbaar zijn. Besluiten van de Gemeenteraad, die buiten zijn bevoegdheid vallen, strijdig zijn met het algemeen belang of de wet, kunnen door de gouverneur geschorst, door de koning vernietigd worden.

< >