bn. en bw. (-er, -st),
1. vast en echt gelovend (in godsdienstige zin), vertrouwend op Goden de goddelijke waarheid: een gelovige christin, met een — hart; blijk gevend van godsdienstig geloof:eengebed; vertrouwen;
2. bw., op een wijze die van geloof getuigt.