I. bn.,
1. uit Gelderland afkomstig of zoals men daar aantreft: de Gelderse gastvrijheid; Gelderse worst, gepeperde vleesworst; Gelderse waren, worst, spek, boter, eieren enz.;
2. behorend tot het dialect van Gelderland: een Gelderse vorm;
II. zn. o., het dialect van Gelderland.