m. (-s), de verdikking van de continentale aardkorst onder een gebergte.
(e) De gebergtewortel kan onder een jong ketengebergte ca. 35 km en onder een ouder gebergte tot ca. 75 km dik zijn. De grote dikte van het relatief lichte korstmateriaal is aanleiding tot het ontstaan van uitgestrekte negatieve gravimetrische anomalieën (→gravimetrische exploratie).