Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

garnizoen

betekenis & definitie

[➝Fr. garnir, voorzien van, bezetten], o.(-en),

1. legerafdeling die in een stad of vesting een vaste standplaats heeft, bezetting: het — van ’s-Gravenhage; grote parade en klein —, veel vertoon en niet veel zaaks; — houden, gedurende enige tijd (ergens) in bezetting liggen; in zijn, liggen, bij een bezetting ingedeeld zijn, ertoe behoren;
2. plaats waar men in vredestijd in garnizoen ligt: naar zijn gaan, zich begeven.

< >